'Ware onafhankelijkheid is nooit absoluut - en dat is maar goed ook'

Essay door Herman Nieuwenhuis bij de uitreiking van de Dutch Independence Award 2025 aan Robert D. Kaplan, 25 juni 2025

 

In een wereld waarin onafhankelijkheid vaak wordt opgevat als de heilige graal van staatsvorming, nodigt Robert D. Kaplan ons uit tot een ongemakkelijke, maar broodnodige herziening van dat idee. De invloedrijke geopolitiek denker, journalist en schrijver – en laureaat van de Dutch Independence Award 2025 – zet vraagtekens bij onze westerse aannames over wat het betekent om een ‘onafhankelijke’ staat te zijn. Zijn boodschap is helder en actueel: onafhankelijkheid is geen eindpunt, maar een voortdurend proces dat samenhangt met geografie, macht en bestuurlijke stabiliteit.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit de voorzichtige kabinetsreactie op de aanval van Israël op Iran. Internationale erkenning van de soevereiniteit is namelijk een belangrijk criterium voor onafhankelijkheid. En Iran is een land dat wij erkend hebben en waarmee Nederland diplomatieke relaties onderhoudt. Dus past het niet om de aanslag op de Revolutionaire Garde toe te juichen.

Maar hoe Nederland zou reageren als het door ons erkende China, de niet door ons erkende handelsvriend Taiwan op de korrel zou nemen, is nog lastig te voorspellen.

Het concept van onafhankelijkheid als voortdurend proces, kunnen we - naast individuele landen - ook toepassen op de machtsblokken die door staten worden gevormd. Voorbeelden van schuivende panelen zijn dagelijks in het nieuws te volgen. Of ze nu NAVO of EU heten, OPEC of BRICS. Of meer opportunistische samenwerkingen zoals die tussen Rusland en Noord-Korea, Iran en Syrië of ‘het Westen’ en Taiwan. Ze zijn allemaal aangegaan om onafhankelijker te kunnen opereren.

Maar de onderlinge afhankelijkheid van andere blokken wordt er niet minder door. Zo is ons inmiddels duidelijk geworden, dat de NAVO niet zomaar kan besluiten een land aan de eigen invloedssfeer toe te voegen. Want ook niet-leden menen daar in toenemende mate ‘iets’ over te zeggen te hebben – aan tafel of in de loopgraaf. Daarmee is het lidmaatschap van Oekraïne inmiddels verder weg dan ooit. En ook over de toetreding tot de Europese Unie horen we steeds minder.

De kracht van Kaplans benadering is het realistische gehalte. In plaats van te geloven dat een vlag, een volkslied en een plaats in de Verenigde Naties of in Brussel automatisch soevereiniteit betekenen, moeten we kijken naar de wereld zoals die werkelijk functioneert. Nog steeds wordt veel buitenlands beleid ingegeven door idealistische overwegingen, zoals bescherming van democratie of afschuw van wat andere spelers doen en laten.

Maar ‘independence’ is al heel lang niet meer je eigen koers varen. Staten mogen op papier onafhankelijk zijn, maar hun daadwerkelijke handelingsvrijheid wordt bepaald door hun ligging, hun hulpbronnen en hun vermogen om stabiel bestuur te leveren. En dus ook de mate waarin ze rekening houden met (of zich conformeren aan) de wensen van de “buren”.

Wat zulk realisme vooral zo relevant maakt, is dat het niet cynisch is. Niet bedoeld om idealen af te breken, maar om ze praktischer en dus effectiever te maken. Daarmee blijft ook nu het werk van Kaplan een oproep tot volwassen politiek: waarin we erkennen dat
macht, belangen en context ertoe doen. Juist door dat onder ogen te zien, kunnen we stabielere, rechtvaardigere samenlevingen opbouwen. Daarin is onafhankelijkheid niet de vlag op het regeringsgebouw is, maar een werkelijke vorm van zelfbestuur en
internationale samenwerking.

De toekenning van de Dutch Independence Award van 2025 is daarom meer dan een symbolisch eerbetoon. Het is een oproep om opnieuw na te denken over wat onafhankelijkheid vandaag de dag betekent. Niet als doel op zich, maar als middel om
stabiliteit, veerkracht en zelfbeschikking te bevorderen in een complexe wereld.

Want uiteindelijk is ware onafhankelijkheid niet de afwezigheid van afhankelijkheid – maar de aanwezigheid van keuzes.

 

Klik hier voor meer informatie over de uitreiking van de Nederlandse Onafhankelijkheidsprijs aan Robert D. Kaplan op 25 juni 2025.