Door Anton van Hooff
Nou gaan de Noord-Nederlanders er met ons gemeenschappelijk erfstuk vandoor, dat is de kern van het verwijt de Vlaamse publicist Marc Reynebeau richt aan de meerderheid die op 26 januari het Plakkaat van Verlatinge tot Pronkstuk van Nederland koos, boven Rembrandts Nachtwacht en de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek (NRC Opinie 2/2). Hij schrijft de verrassende uitslag in de eerste plaats toe aan de ‘walm van nationalisme’ die sinds een aantal jaren uit Nederland opstijgt. Het is volgens hem pertinent onjuist dat het noorden zich het Plakkaat toeeigent, want het ging om een stuk van de Staten-Generaal, dus van alle gewesten. Formeel trad de algemene standenvergadering in 1581 inderdaad op als vertegenwoordiging van alle zeventien Nederlanden, maar uit de uitvoeringsbesluiten die het Plakkaat zijn opgenomen, blijkt dat ze alleen sloegen op de romp van de gewesten die de Opstand voortzetten; Parma had in een paar jaar de rebellen danig in het nauw gebracht. In het noorden was Groningen verloren gegaan, in het zuiden hadden de Waalse gewesten twee jaar tevoren door de Unie van Atrecht (1579) zich feitelijk weer aan Filips II onderworpen. In Vlaanderen bleven de meeste steden, Antwerpen voorop, nog trouw, maar in het hoofdgewest Brabant waren er nog maar enkele haarden van verzet – zie kaart.
Bron kaart: Wikipedia, over het jaar 1581
Er is dus geen sprake van dat de noordelijke ‘koopmansrepubliek’ het zuiden in de steek liet, zoals Reynebeau beweert met verwijzing naar Het geuzenboek van Louis Paul Boon.
Niet voor niets hadden de Staten-Generaal zich immers uit de hoofdstad Brussel via Antwerpen teruggetrokken in het veilige Den Haag. De tragische ontwikkeling weerspiegelt zich in het leven van Jan van Asseliers, de griffier van de Staten die in luttele dagen de tekst van het Plakkaat schreef: 1530 geboren in Antwerpen, stierf hij 1587 in Delft.
Om het moreel te sterken namen de Staten-Generaal in het noorden het revolutionaire besluit om Filips te verlaten. Deze beslissing leidde tot de stichting van de Republiek, waarvan het huidige Nederland de opvolgerstaat is. Daarom is het Plakkaat ‘onze’ onafhankelijkheidsverklaring.