Onze Stichting heeft ook dit jaar weer twee evenementen georganiseerd. Op 26 juli werd voor de zesde maal de verjaardag van het Plakkaat van Verlatinge gevierd, opnieuw in het Raadhuis van Wassenaar. Ruim 100 aanwezigen waren getuige van een bijzonder geslaagde bijeenkomst. Op 13 december werd de Apologielezing georganiseerd in de Senaatskamer van de Leidse Universiteit. Deze bijeenkomst had voor het eerst het karakter van een werkcollege, waaraan ruim 30 vrienden deelnamen. Het aantal vrienden steeg dit jaar tot 508. Ons Bestuur vergaderde, dankzij Zoom, maar liefst dertien keer. De samenstelling van het Bestuur onderging twee wijzigingen: het lid Anton van Hooff heeft zich na de bijeenkomst in Wassenaar teruggetrokken en de voorzitter Luigi van Leeuwen vond het aan het eind van dit verslagjaar tijd om de voorzittershamer aan een jonger bestuurslid Geerten Waling over te dragen. Het Bestuur besloot deze twee vacatures voorlopig niet te vervullen.
De herdenkingsbijeenkomst ter viering van onze Onafhankelijkheid had een goed gevuld programma. Onze eerste spreker voor de pauze was Paul Brood, oud – archivaris van het Nationaal Archief. ‘Hollandocentrisme’ was het onderwerp van zijn lezing. De nog zeer actuele scheve verhouding tussen onze gewesten. Voor en tijdens de Opstand tegen de Spanjaarden hadden de Hollandse steden een sterke autonome positie. Hun economische positie leidde er niet alleen toe dat de steden in Holland de zwaarste lasten droegen, maar dat ook het bestuurlijk zwaartepunt in Holland, in Den Haag kwam te liggen. Deze dominantie zou zelfs – in tijden van oorlog – de Hollandse waterlinie als laatste verdedigingslinie van het land bevestigen.
Hierna hield Bart de Wever, de burgemeester van Antwerpen, als tweede spreker een lezing over de bloei en ondergang van zijn stad voor en tijdens de Opstand. Antwerpen had eind 15e eeuw als internationaal handelscentrum de positie van Brugge overgenomen en ontwikkelde zich tot het New York van zijn tijd. Voor en tijdens de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog speelde Antwerpen een heel belangrijke politieke rol. Met figuren als Willem van Oranje en Alva in een hoofdrol. Aan deze glorierijke onafhankelijkheid van de stad kwam een eind na de verovering door de Spanjaarden in 1585. In deze periode heeft Antwerpen ons geleerd hoe belangrijk onafhankelijkheid is voor stad en land. Te handelen naar eigen inzicht. Tolerant en pragmatisch om te gaan met nieuwe mensen en ideeën. Die vrijheid en onafhankelijkheid zijn nodig om met andere partners – mensen en landen – aan een sterkere wereld te werken.
Onze zesde Onafhankelijkheidsrede werd uitgesproken door de voormalig President van Letland, mevrouw Vaira Vike Freiberga. Zij beklemtoonde het belang van de principes van ons Plakkaat van Verlatinghe voor het heden en de toekomst. Wat haar in deze Onafhankelijkheidsverklaring van 1581 trof was de vanzelfsprekendheid van de keuzevrijheid van burgers, de rechten van burgers om iets te zeggen te hebben over het beheer van hun land of regio, wat veronderstelt dat burgers ook juridisch geaccepteerde en moreel verantwoordelijke entiteiten zijn wiens mening net zo zwaar wegen als wat destijds als vanzelfsprekend werd beschouwd als het goddelijke recht van koningen. Mensen zagen en zien vaak een sterke soeverein als de enige remedie tegen chaos, fractieloosheid, interne oorlog en onderlinge slachtpartijen. Religies dienen daarbij om volkeren onder de duim te houden ten faveure van vorsten – bij de gratie Gods- en andere leiders. De vrijheid van geweten en de scheiding van staat en religie is een van de belangrijkste principes, die Europa, na een zeer lange en pijnlijke strijd, min of meer onder de knie heeft gekregen en vandaag in de praktijk brengt. De Letse oud- president geeft op basis hiervan een analyse van de huidige politieke situatie, waarin Rusland een verderfelijke rol speelt.
Tenslotte werd de tweede Nederlandse Onafhankelijkheidsprijs uitgereikt aan de Vrouwen van Iran, een groep vrouwen die zich verzetten tegen een tiranniek regiem in hun land. Het beeldje ‘Joy of Independence’ van Neel Korteweg werd door de voorzitter van onze Stichting uitgereikt aan de dames Rosa Parto en Yasaman Fataie.
De Apologielezing van René van Stipriaan was gebaseerd op zijn recent verschenen boek ‘Het reisboek van Willem van Oranje’. Om onze Vrienden meer bij de discussie te betrekken was gekozen voor een werkcollege. Dit is voor herhaling vatbaar.
In 2023 heeft SNO haar zichtbaarheid in het onderwijs willen vergroten. In het voorjaar is het idee ontstaan voor een toneelmonoloog over Johan van Oldenbarnevelt dat op middelbare scholen opgevoerd gaat worden. Hierbij is een projectplan geschreven waarin samenwerking is gezocht bij het samenwerkingsverband 1572 (https://1572 Geboorte van Nederland) en het Nationaal Archief. Met dit projectplan is bij twee fondsen een subsidieaanvraag gedaan, te weten de Stichting 1913 en het Cultuurfonds.
Daarnaast zijn de contacten met de Vereniging van Geschiedenisleraren in Nederland (VGN) aangehaald, hetgeen heeft geresulteerd in een artikelenreeks in hun tijdschrift Kleio in jaargang 2024. In de periode 2024 – 2026 verschijnen er tevens advertenties van SNO in Kleio.
Tot slot heeft SNO als standhouder deelgenomen aan een informatiebijeenkomst / nascholing voor geschiedenisleraren bij de Universiteit Leiden.
Luigi van Leeuwen, oud-voorzitter