De leden van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden groeten allen die dit zullen zien of horen voorlezen.
Het is iedereen bekend dat een landsvorst door God als hoofd van zijn onderdanen is aangesteld om hen te beschermen tegen alle vormen van onrecht, schade en geweld zoals een herder dat is ter bescherming van zijn schapen.
De onderdanen zijn namelijk door God niet geschapen omwille van de vorst om hem in alles wat hij beveelt, of het nu godgevallig of goddeloos is, recht of onrecht, onderdanig te zijn en als slaven te dienen.
De vorst regeert juist omwille van zijn onderdanen, zonder wie hij geen vorst is, om hen rechtvaardig en redelijk te besturen en te leiden, en om hen lief te hebben, zoals een vader zijn kinderen en een herder zijn schapen, die lijf en leven op het spel zet om ze te behouden.
Als een vorst echter niet zo handelt, maar in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken, overmatig te belasten, hun de oude vrijheid, rechten en gewoonten af te nemen en hen te bevelen en te behandelen als slaven, moet hij niet als vorst, maar als tiran worden beschouwd.
In dat geval staat het naar recht en reden zijn onderdanen stellig vrij – zeker in overleg met de Staten van het land – om hem niet als vorst te erkennen, maar hem te verlaten, en in zijn plaats een ander te hunner bescherming rechtmatig tot staatshoofd te kiezen.
Dit geldt des te meer als ze die vorst niet met nederige verzoeken hebben kunnen vermurwen en van zijn tirannieke instelling afbrengen. Dan hebben ze geen ander middel om de aangeboren vrijheid van hen zelf, hun vrouwen, kinderen en nakomelingen, voor wie men volgens de natuurwet goed en bloed moet overhebben, te behoeden, zoals verschillende keren om dezelfde redenen in diverse landen en op verschillende momenten is gebeurd; de voorbeelden zijn genoegzaam bekend.
Dit hoort vooral in deze landen plaats te vinden. Zij zijn altijd geregeerd geweest en dienen ook geregeerd te worden volgens de eed die de vorst bij zijn aantreden aflegt, in overeenstemming met hun rechten, gewoonten en tradities. De meeste van die landen hebben trouwens de vorst aanvaard op voorwaarden, overeenkomsten en akkoorden bij het verbreken waarvan de vorst rechtmatig van het gezag is vervallen.
Nu is het zo dat de koning van Spanje na het overlijden van Keizer Karel V zaliger nagedachtenis, van wie hij al deze Nederlanden had gekregen, de diensten vergat die zowel zijn heer vader als hij van deze landen en hun onderdanen had ontvangen.
- Hij vergat de vermaning van zijn vader en leende het oor aan de Raad van Spanje
- De leden van die Raad konden hier geen stadhouders worden zoals wel in het koninkrijk Napels, Sicilië, Milaan, Indië en andere plaats onder het gezag van de koning
- Zij waren jaloers op de rijkdom en vrijheid van deze landen
- Daarom spoorden zij de koning aan om deze landen opnieuw te veroveren en absoluut te commanderen, in strijd met de eed die hij aflegde bij de aanvaardig van de heerschappij over deze landen
- Op hun advies heeft de koning allereerst nieuwe bisschoppen willen aanstellen
- De rijkste abdijen moesten voor inkomsten voor de bisdommen zorgen
- Per bisdom werden drie geestelijken met de inquisitie van het Spaanse type belast, die Karel V indertijd na protest achterwege had gelaten
- Een gezantschap naar Spanje om die vernieuwingen na te laten vond geen gehoor
- De gezanten werden tegen alle rechtsbeginselen in vastgehouden en gedood
- Hoewel de onrust van 1566 grotendeels was gaan liggen, werd toch Alva hierheen gestuurd om het land als een kolonie te onderwerpen
- Deze bezette direct de voornaamste steden en vestingen
- Hij ontbood vriendelijk de voornaamste heren (bedoeld zijn met name de graven van Egmond en Horn), nam hen gevangen en liet hen in het openbaar terechtstellen. Gelukkig hadden anderen (met name Willem van Oranje) de Spaanse huichelachtigheid doorzien en waren bijtijds uitgeweken
- Gewone onderdanen kregen Spaanse inkwartiering te verduren
- Zij werden geplaagd door belastingen voor de bouw van vestingen ter onderdrukking van zichzelf: de honderdste, twintigste en tiende penning
- In strijd met de oude rechten greep Alva in de bestaande rechtsprocedures in
- Gelukkig wist de prins van Oranje met andere vooraanstaande edelen en burgers het grootste deel van Holland en Zeeland van Alva te doen afvallen (na de inname van Den Briel 1 april 1572)
- Na Alva kwam met Requesens geen verbetering
- Ook de aan Spanje trouwe provincies werden niet ontzien; zo kon Antwerpen alleen tegen betaling van 400.000 gulden plundering door Spaanse soldaten afkopen
- Later overvielen die muitende soldaten Aalst, Maastricht en op de allergruwelijkste manier Antwerpen (de Spaanse Furie 1576)
De Raad van State, die toen na het overlijden van Requesens de regering uitoefende, verklaarde die Spanjaarden tot vijanden van het land, in aanwezigheid van de Spanjaard Jerónimo de Roda
- Deze gedroeg zich echter achterbaks als stadhouder van de koning
- De Staten-Generaal sloten toen een verdrag met de prins van Oranje, en de Staten van Holland en Zeeland (de Pacificatie van Gent 1576). Dit verdrag werd bevestigd door de Raad van State als toen wettige regering. Eendrachtig werden de Spanjaarden tot vijand verklaard
- De Staten bleven als goede onderdanen de Spaanse koning nederig verzoeken om de Spanjaarden terug te trekken en de schuldigen van de plundering te straffen
- De koning deed wel of hij wilde ingaan op de wensen, maar hij liet niemand straffen
- Uit onderschepte brieven aan Roda (Spaans lid van de Raad van State) bleek later dat alles met zijn toestemming was gebeurd
- De volgende landvoogd, Don Juan, keurde zogenaamd de Pacificatie van Gent goed, maar was erop uit in de Staten tweedracht te zaaien en de ene na de andere provincie te onderwerpen. ‘Door de beschikking van God, vijand van alle tirannie’ kwam uit onderschepte brieven het verraderlijke samenspel tussen koning, Roda en Don Juan uit
- Don Juan had wel gezworen zich aan de Pacificatie van Gent te houden, maar in werkelijkheid was hij bezig Duitse beroepssoldaten voor zich te winnen om daarmee steden tot strijd tegen Oranje, Holland en Zeeland te dwingen
- Gevolg is een burgeroorlog die tot op heden voortduurt
Dit alles heeft ons meer dan genoeg wettige redenen gegeven om de koning van Spanje te verlaten en een andere machtige en genadige vorst te verzoeken om deze landen te helpen beschermen en te leiden; te meer daar bij alle wanorde en schade de landen meer dan twintig jaar door hun koning verlaten zijn geweest en niet zijn behandeld als onderdanen, maar als vijanden, waarbij hun eigen heer probeerde hen met wapengeweld te onderwerpen.
- Hoewel Don Juan met een eed de Pacificatie van Gent had bevestigd, wilde de koning na diens dood daaraan geen goedkeuring geven; hij traineerde de zaak
- Toch bleven we doorgaan met nederige verzoeken om tot overeenstemming te komen
- Nog onlangs hebben we deelgenomen aan een verzoeningsconferentie in Keulen
- Maar we hebben de ervaring opgedaan dat er bij de koning niets te bereiken valt
- Onderhandelingen zijn voor hem alleen bedoeld om verdeeldheid te zaaien om gemakkelijker onze landen tot onderwerping te brengen
- De ban (tegen Willem van Oranje en zijn aanhangers) en het kopgeld dat hij op de prins van Oranje zette, bewijzen zijn kwade opzet
Zodat wij, wanhopend aan alle middelen tot verzoening en ook verlaten van alle andere remedie en hulp, volgens de natuurwet, tot bescherming en behoud van onze rechten, privileges, gewoonten en de vrijheden van ons vaderland en die van de andere landen, en tot bescherming van leven en eer van onze vrouwen, kinderen en nakomelingen, om te voorkomen dat ze tot slavernij van de Spanjaarden vervallen, met recht de koning van Spanje verlaten. We zijn ook gedwongen andere middelen toe te passen die wij de beste verzekering hebben gevonden voor het behoud van onze rechten, privileges en vrijheden.
Daarom MAKEN WE BEKEND, het hiervoor genoemde in aanmerking genomen en door uiterste nood gedwongen, dat we, bij algemene instemming en overleg, de koning van Spanje verklaard hebben en hierbij verklaren ipso jure vervallen te zijn van zijn heerschappij, rechtsmacht en erfenis van deze landen.
Voortaan zijn we niet van plan hem te betrekken in welke zaken dan ook die de vorst zelf, zijn heerschappij, rechtsbevoegdheid en domeinen die de voornoemde landen betreffen of zijn naam als soeverein nog te gebruiken of door iemand laten gebruiken.
We verklaren bijgevolg ook alle ambtsdragers, rechters, ambachtsheren, vazallen en alle andere ingezetenen van deze landen, van welke positie of hoedanigheid ook, voortaan ontslagen te zijn van de eed die zij de koning van Spanje als heer van deze landen ooit hebben gezworen of hebben moeten zweren.
- De meeste verenigde landen hebben zich onder bepaalde voorwaarden onder de heerschappij van de hertog van Anjou gesteld en aartshertog Matthias van Oostenrijk heeft de functie van gouverneur-generaal beëindigd.
Daarom verordenen wij en bevelen alle rechters, ambtsdragers en anderen die dit op een of andere wijze aangaat en kan betreffen dat zij voortaan de naam, titel, groot- en kleinzegel, contrazegels en stempels van de koning van Spanje verlaten en niet meer gebruiken.
- In de landen die een overeenkomst met nog afwezige Anjou zijn aangegaan zullen mettertijd zijn naam en die van de hem toegevoegd landraad gebruiken, maar voorlopig moet onze naam worden gebruikt, met dien verstande dat men in Holland en Zeeland vooralsnog de naam van de prins van Oranje en van de Staten gebruikt
In plaats van die koninklijke zegels zal men voortaan ons grootzegel, contrazegel en stempels gebruiken, bij zaken die het algemeen bestuur betreffen, waartoe de landraad volgens haar instructie bevoegd zal zijn.
- Voor provinciale zaken worden de provinciezegels gebruikt
Om dit alles beter te kunnen doorvoeren, hebben we verordend en bevolen en verordenen en bevelen bij dezen dat heden alle zegels van de koning van Spanje, die aanwezig zijn in deze verenigde landen, direct na deze publicatie gesteld zullen worden in handen van degenen die daartoe van de Staten speciaal de opdracht en autoriteit zullen hebben gekregen, op straffe van gerechtelijke vervolging.
We verordenen en bevelen bovendien dat voortaan geen enkele munt van die verenigde landen geslagen zal worden met de naam, titel of wapen van de koning van Spanje, maar volgens slag en vorm als zal worden verordend voor een nieuwe gouden en zilveren munt met zijn kleinere denominaties.
We verordenen en bevelen tevens dat de president en andere heren van de Geheime Raad, alsmede alle andere kanseliers, presidenten en heren van de provinciale raden en alle presidenten of eerste rekenmeesters en alle andere leden van de respectieve rekenkamers in de genoemde landen, en alle andere ambtsdragers en rechters, dat zij als zich voortaan ontslagen achtende van de eed die zij volgens hun respectieve ambt de koning van Spanje gezworen hebben, verplicht zullen zijn in handen van de Staten van het land waaronder zij respectievelijk ressorteren of hun speciale daarvoor gevolmachtigde, een nieuwe eed af te leggen waarmee zij ons trouw tegen de koning van Spanje en al zijn aanhangers zweren, volgens het eedsformulier dat door de Staten-Generaal is vastgesteld.
- In de provincies die een overeenkomst met de hertog van Anjou hebben gesloten krijgen de ambtsdragers een acte dat zij voorlopig in hun ambt worden gehandhaafd
- In de provincies die geen overeenkomst met de hertog zullen de ambtsdragers nieuwe benoemingen uit onze naam krijgen behalve als ze gerechtelijk vervolgd worden wegens schending van de privileges, wangedrag of iets dergelijks
- Ambtsdragers in de betrokken gebieden moeten deze verordening afkondigen in alle sectoren onder hun jurisdictie en daar waar men gewoonlijk de publicatie en afkondiging doet
zodat niemand onwetendheid van de zaak kan voorwenden. En ze (de ambtsdragers) moeten deze verordening laten onderhouden en navolgen zonder mankeren of inbreuk. Daartoe moeten ze de overtreders krachtdadig tot de orde roepen op de voorgeschreven manier, zonder uitstel of schijngedrag.
Want wij hebben het zo tot het welzijn van het land goed bevonden. En om dit te doen en wat ermee verbonden is, geven wij u en iedereen die het mag aangaan, volledige bevoegdheid, gezag en uitdrukkelijk bevelsmacht. Om hieraan rechtskracht te geven hebben wij ons zegel hieraan laten bevestigen. Gedaan in onze vergadering te ’s-Gravenhage, de zesenentwintigste juli 1581.
Verkorte versie Plakkaat van Verlatinghe – Anton van Hooff (pdf)